Kerkhofmos

De TomTom hapert. Nooit van gehoord, de Bevrijdingslaan in Den Bosch. Maar hij bestaat. Het is er stil. En stervenskoud. De Bevrijdingslaan is een pad op begraafplaats Orthen. Net zoals de Oude Dijk en Hellingweg. Handig, zo’n stratenplan: wie doolt in dit dorp van de dood, wil ooit de uitgang vinden. Hier rusten 20.000 Bosschenaren, weet beheerder Toine. Vanaf 1978 werkt hij tussen zielen en zerken. Grafnummer 15.330 van Catharina Mooi-Poel markeerde z’n eerste werkdag. Vanochtend heeft hij Hermanus Helder in het dodenboek bijgeschreven. Met de hand. Nummer 27.003. Reken maar uit.

Zijn kantoortje ligt tussen akker 12 en 15. Administreren doet Toine met respect. Z'n kleinzonen Luca en Dani lachen hem ingelijst toe. Bij de post zit een blauwe envelop. Geen naheffing voor kansspelbelasting. Van de dood wint niemand. De klok tikt. Op Toine’s computerscherm trekt een stoet kerkhofkiekjes voorbij. Piëteit in pixels. Death is a screensaver.

Af en toe moet hij ’s nachts het kerkhof op. Bij inbraakalarm. Eng? Toine ziet geen geesten. Wel trends. Vroeger had je jaarlijks 450 begrafenissen, nu krap 350. Zo’n 55% van de Bosschenaren laat zich cremeren. Dat cijfer groeit. Toine z’n keuze? Mag z’n vrouw zeggen. Waarschijnlijk een graf op Orthen. Liefst een beschut plekje. Bestemming bereikt, zal de TomTom mompelen.

Tien uur. Koffietijd. In het keukentje zitten de twee grafdelvers: ex-vloerenlegger Rini en voormalig metselaar Lanny. Rouwnagels, maar een groot hart. Bij elke uitvaart houden ze een oogje in ’t zeil. Kantelende kist of katzwijm: Rini en Lanny waken. De begrafenis van een kind hakt er het hardst in. Zelf zijn ze ook vader. Over verdriet gesproken: pakweg twintig bezoekers komen elke dag. Vooral mannen. Op visite bij hun lief. Een man alleen is in slecht gezelschap.

Op Orthen groeien verdriet, spijt en eenzaamheid. Maar ook Valse Christendoorn, acacia en moeraseik. Zo’n twintig mossen – van grijze haarmuts tot muursterretje – maken het rusten extra zacht. Wie wil mijmeren, is welkom in de kapel. Je hart leegfluisteren mag ook. De Bossche bisschoppen onder in de crypte zwijgen toch wel. Voor eeuwig. Ook Ter Schure.

Als Toine of een collega jarig is, neuriën ze ‘Lang zal ze leven’. Er is dan een gebakje. Op de magnetron staat een bidprentje. Van Harrie Kievits. Elke maandagochtend kwam hij koffie drinken bij de kerkhofmannen. Dertig jaar lang. Op 9 november jl. is hij overleden. Nog éénmaal is Harrie naar Orthen gekomen. Op een zaterdag – niks voor Harrie. Ze missen hem.

Aan de muur hangt een kalender. Van BV Ruimtetechniek. Die doet niet in hemelvaarten of sterretjes aansteken. Het bedrijf ruimt graven. Af en toe is zo’n herverkaveling onvermijdelijk, want Orthen knelt. Alleen doden waarvan de grafhuur is beëindigd – zo’n 10.000 – delven het onderspit. Hun stoffelijke resten belanden keurig in een knekelput. Bodemvondsten? Een rozenkrans. Of kunstheup. Maar nooit een gouden trompet, zegt Rini.

Vandaag is het 8 december. De sterfdag van G. van der Pas-Korvers in 1990 en M. Dupont-van Hooij in 2000. Bij wie de dood dit etmaal aanklopt, is afwachten. In 2010 stond hij al 934 keer voor de deur van Bosschenaren. En die doen altijd open. Gastvrij volk.

Tegen half vijf. Schemer op Orthen. Over de lange Beukenlaan loopt een man. Donkere jas. Hij stopt. Stiefelt een stukje terug. Staat stil bij een graf. Loopt verder. Wordt kleiner. Krimpt. Een stip.

Leven is leren verdwijnen.