Bartjes [1]

Hannie rommelt in de keuken. Zij is de voormalige thuiszorghulp van Gerard die bijna drieëntachtig is. ‘Koffievoorraad in het middelste kastje!’, brult hij uit de huiskamer. Het Swarovksi-kristal van zijn overleden vrouw Annie trilt ervan. In postcodegebiedje 5213 CE tot 5213 EV is zulke luidkeelsheid aangeboren. Handigheidje van de evolutie, denken biologen. Want een stevig strottenhoofd komt van pas in de Graafsewijk. Wie zich amper gehoord voelt, wil zijn stem kunnen verheffen.

Gerards vader was huisschilder. Favoriete kleur: ooievaarswit. Zijn zestien kinderen hoorden op zondag dat de hel naar zwavel rook. Gelukkig had pastoor Barten ook een neus voor de schuld, armoede en drank in zijn wijk. Ooit nam de volkspastoor zelfs de schuld op zich, nadat Gerard en zijn vriendjes het raam van de buren aan diggelen hadden gevoetbald. Gerards vader zette nieuw glas; de rekening mocht naar de pastorie.

Op zijn veertiende moest Gerard de fabriek in. Bij De Gruyter maakte hij P-koffie oftewel koffiestroop. Daar leerde hij de benepen kruideniersmentaliteit die diep in het Bossche DNA zit. Alles voor het geld: ondeugdelijke voedingswaren die filialen retour stuurden, werden steevast hergebruikt. Afgekeurde gomballen eindigden in de koffiestroop; beschimmelde koekjes gingen na verkruimeling weer het deeg in.

Later stapte Gerard over naar typemachinefabriek Remington: het ƒ-teken op de toetsen lokte. Hij stanste, ponste, zaagde, vijlde. Maar elke dag haalde hij zijn vingers open aan de scherpe metaalrandjes – ook buiten augustus was het bramentijd. Dan maar het magazijn in, besloot Gerard. Tot aan zijn pensioen werkte hij bij het depot van loodfabriek Rouppe van der Voort in de Vogelwijk.

Op zijn tweeëntwintigste trouwde hij met Annie. Al vroeg leerde het stel dat je in Graafsewijk-Zuid oftewel de Bartjes zelf je huisvesting regelt. Hun krappe woninkje aan de Plataanstraat ruilden ze onderling met Cornelia uit de Kastanjestraat. Sinds haar Janus dôôd was, zat ze te ruim. Zes-en-een-halve gulden huur in de week, net te doen. Later belandden ze boven cafeteria De Dageraad. Maar de vetste kans roken ze in de jaren 80: woningruil met Damen uit de Cederstraat. Zo geschiedde.

Acht jaar geleden stierf Annie. Maar Gerard woont fijn. Zoetjesaan naar verzorgingshuis Anthoniegaarde? Nog niet horizontaal. Sinds zijn nieuwe hartklep en pas overwonnen evenwichtsstoornissen wil hij honderdvijftien worden. Op de stoep staat zijn kersverse scootmobiel. De magnetronmaaltijden van de Lidl vindt hij lekker. Twee glazen jenever en een trapliftje versoepelen zijn dagelijkse reis naar de slaapkamer. Niet de harde stem maar vrijheidsdrang is de evolutionaire winst in de Bartjes.

__________________

Publicatie Brabants Dagblad 30 augustus 2017