Vaart [2]

Het brugwachtershuisje bij de Orthenbrug is knus. Tafel, koffie, watervaste inkt en warmte. Meer verlangt een schrijver niet. De Zuid-Willemsvaart ligt er deze middag lusteloos bij, maar de brug is een feest van beweging. Oogst van een half uur turven: tweehonderddrieëntwintig auto’s, honderdvijfentachtig tweewielers en zeventig voetgangers, onder wie een huilende man, een dozijn kleumende peuters en een vrouw in zwarte hot pants.

De brug zit potdicht. Toch kan hij open. Dat het bedieningspaneel in het huisje met een hangslot is vergrendeld, hoeft geen beletsel te zijn: in Den Bosch laat zelfs een vertrouwenscommissie zich openwrikken. Op het bedieningspaneel branden rode lampjes. Het zijn er zes. Oh nee, vijf. Ze knipperen. Hûh, nog maar vier? Nee, toch vijf. Net het college, al is er een verschil: een brug verbindt.

De toekomst van de Zuid-Willemsvaart is nog ongewis. Wel hebben de gemeente en een bureau een inspiratiedocument samengesteld. Van stuur- tot bakboord is het een mooi boekje. Toch een kanttekening: Den Bosch heeft geen inspiratie nodig, maar durf en daadkracht. Dat zijn twee ongemakkelijke begrippen, zeker in een zelfgenoegzame stad waar college en raad inmiddels op een zak zwarte confetti lijken. De schijn van gezelligheid, maar vooral versnipperd.

Volgens het college gaat het twintig à dertig jaar kosten voor het kanaal werkelijk veranderd is. Dat illustreert de laconieke omgang van de stad met water: het loopt niet weg. Tegelijkertijd leveren Aa, Dommel, Binnendieze en recreatieplassen voortdurend rumoer op: het kapseizen van Stichting Bossche Waterweek, de facilitaire drooglegging van de Zuiderplas, het kielhalen van de succesvolle Bosch Parade. Enerzijds is water een bron van ruzie. Anderzijds verloochenen wij graag onze herkomst: donker moeraswater.

In die zin lijkt de Zuid-Willemsvaart nog het meest op de Lethe, de mythologische rivier van de vergetelheid. Haar water wist elke herinnering. Dat heeft ook voordelen. Volgens bronnen is de kolossale maquette van het verkozen Theater aan de Parade – naar een ontwerp van Ben van Berkel – recentelijk bij de Kasterenbrug over de reling gekieperd. Datum? Onbekend, maar het moet vóór het vertrek van wethouder Van Son zijn gebeurd. Zo’n loodzware maquette vergt minstens zes sjouwers. Dat red je niet met z’n vijven.

‘Panta rhei’, luidt een oude Griekse wijsheid. Oftewel: alles stroomt. Maar het Bossche kanaalwater staat stil – en niet alleen het water mist vaart. Tijd voor een nieuwe zusterstad, die recht doet aan de stagnatie. Want in Trier stroomt de Moezel nogal snel; in Leuven kolkt de Dijle. Laten we vriendschap met de Oost-Russische stad Poronaysk sluiten. Ligging? Aan de Golf van Geduld.

__________________________________

Publicatie Brabants Dagblad: 29 november 2017