Querida

De zilverkleurige doos met Kleenex staat al op haar tafel. Want het zou prinses Querida de Eerste te machtig kunnen worden. Op Aswoensdag zal haar jurk voorgoed tussen de mottenballen verdwijnen. Na negen jaar hoffelijke rebellie in Oeteldonk vindt ze het mooi geweest. Prinses zijn is slopend en ze wordt een dagje ouder. Tijd voor een opvolgster.

Zondagochtend zal ze om elf voor elf nog eenmaal met haar Oetelvlôôt op de Oliemolensingel arriveren. Haar koetsje met paarden zal dit jaar ontbreken. Te gevaarlijk, vindt de Oeteldonksche Club. Geen nood. Enkele mannen gaan de prinses in een draagstoel naar het stadhuis sjouwen.

Blauw bloed heeft ze niet. Wel lef: eind jaren zeventig was Quinta – haar werkelijke naam – de eerste inwoner van Veendam die een voet buiten dat Groningse dorp durfde te zetten. Haar honger naar beschaving eindigde in Den Bosch – het kan verkeren. Aan de Kunstacademie studeerde ze mode, waarna ze een modellenbureau begon. Al veertig jaar woont ze in de binnenstad, met een man, drie zoons en een schoonheidskliniek.

Het gevolg van Quinta de Eerste bestaat uit elf hofdames alias de Hertjes, drie BjoetieKezen, de Muiterij en de OetelNeevie. Een innemend gezelschap, ook in dorstige zin. Alleen de prinses slaat bier af. Ze is er niet dol op. Als tegenwicht aan haar ellendige jeugd in Veendam, waarin zelfs turfthee een traktatie was, slurpt Querida bij voorkeur champagne en oesters. Maar die ziet ze bij het Hart of het Bonte Palet nooit op de prijslijst staan.

In 2011 begon Prinses Carnaval als een vriendinnengrap. Geen coup, want ze erkennen Prins Amadeiro. Wel wilden ze de mannenwereld van Sinterklaas, Kerstman, God, Allah en Oeteldonk fijntjes op de korrel nemen. Drie dagen lang is Hendrien, huishoudster van de Peer, immers de enige vrouw van statuur. Nog een verklede man ook.

Bij elke intocht schenkt Querida een grôôt spiegelend hart aan prins Amadeiro, opdat de liefde en verdraagzaamheid sterker blijven dan het zurezultdenken in de stad. Toch zijn er twee kampen ontstaan want de Oeteldonkse leer kent rekkelijken en preciezen. Volgelingen van Querida zijn vaak jonge of juist stokoude boeren en durskes. Tegenstanders tref je met name bij de Oeteldonksche Club – maar lang niet iedereen – en anderen die emancipatie een lastig dicteewoord vinden. Vooral op een nat viltje.

Sommigen kiezen voor verzoening. Zo draagt Querida trots een zilveren halskettinkje-met-hanger, dat een Zeer Belangrijke Oeteldonker haar schonk. De hanger is een peer.

De nieuwe prinses? Tijdens carnaval gaat een vrouwelijke jury kandidaten scouten. Volgens Querida zijn drie kwaliteiten onmisbaar: humor, vergevingsgezindheid en incasseringsvermogen. Maar het belangrijkste is dat haar opvolgster een grôôt hart heeft. Eentje dat zelfs cardiologen van het JBZ zelden zien: un hart veur de hille wereld. Toch maar een tissue.

__________________

Publicatie Brabants Dagblad: 27 februari 2019 | Noot aan de lezer: de reactiefunctie, die tijdelijk buiten gebruik is, zal binnenkort weer functioneren.