Grafrede voor een vergeten stadsgenoot

Het schroefje zit wat los. In uw halletje. Er hangt een tegeltje aan. Met een spreuk: “Hij die als vriend hier binnengaat, komt nooit te vroeg maar steeds te laat.” Dat klopt. De politie is je beste vriend. Zij ging hier binnen. En was te laat. Een onbekend aantal dagen lag u al dood in bed.

Zij is vaak niet mooi, de dood. Uw naam wel. Afke van Dam. Geboren op 13 september 1940 in Leeuwarden. Een vrijdag-de-dertiende. Volgens het archief van de KNMI regende het die dag bijna negen uur lang. Water weet veel.

Wie uw huisje aan de Boschmeersingel betreedt, waant zich in een vergeten filiaal van de bibliotheek. Honderden boeken. Schots en scheef. In kasten, op tafels, achter het bed. Vermoedelijk las u graag. Of de woorden hielden u louter gezelschap. Dat kan ook. Zo zijn ze: opofferingsgezind.

U hield van thrillers en streekverhalen. Op uw tafeltje met volle asbak ligt ‘Zwarte Bloem’, over een verdwenen meisje dat terugkeert. Naast uw luie stoel rust ‘Voltooid verleden,’ al is de boekenlegger nog niet klaar. Zij is op pagina 193 blijven steken. Aan de roman ‘Als het hart hunkert’ zit een ezelsoor.

Er is één boek dat u niet las maar leefde. Het postcodeboek. Vanaf uw peuterjaren verhuisde u bijna dertig keer. Kriskras van Friesland naar Limburg, Noord-Holland, Brabant. Het waren niet de vrolijkste adressen waar u bivakkeerde. Vaak grote gebouwen. Met alziende ogen. Op de prikborden hingen huisregels en beterschapskaarten.

Afke van Dam, was u eenzaam? Dat is een lastige vraag. Een stellige uitspraak zou aanmatigend zijn. Niemand kent immers de lengte van uw uren. Maar de tekens zijn niet gunstig. Uw agenda 2013 is onbeschreven, uw adressenboekje leeg. Ook dat blauwe fotomapje bemoedigt niet. Op enkele kiekjes is een special effect toegepast: uw gezicht is verveelvoudigd. Soms wel zes keer, in een cirkel. Zo was u niet alleen. U was met uzelf. Wel is het stil in uw huis. Zelfs geen klok die tikt. Tot je zacht lachen hoort. Het komt uit de koelkast. Deur open. La vache qui rit. Een lach van heel lang geleden. De vrolijkheid is over de datum.

Was allenigheid uw lot? Op de deurmat liggen twee enveloppen van de BankGiro- en Postcodeloterij. Of zij reden voor confetti geven, is onbekend. In uw portemonnee zit 4,81 muntgeld. Net genoeg voor een rokertje. Vier dagen voor de politie u vond, haalde buurvrouw Riet nog tabak voor u bij de Lidl. ‘Kan uw gezondheid ernstig schaden’, waarschuwt de opdruk op uw laatste pakje Nelson Shag. Mandela leefde nog. U ook.

Volgens oude archieven was u ooit dienstbode en wasserijbediende. U kent de wereld van bleekwater, schuimvlokken en zilverpoets. Maar uw interieur vertelt me dat u dat leven van schone schijn achter u hebt gelaten. De Philips stofzuiger TurboMax 300 staat er verloren bij, het duizenddingendoekje is schoonmaken en 999 andere dingen vergeten.

Wel was u op veel bezoek voorbereid. Het meubilair omvat een tweezitsbank, drie losse fauteuils, vier eetkamerstoelen, voor en achter uw huis zeven tuinstoelen en een rieten zitmeubel onder het spinrag op uw vlierinkje. Aan minstens zeventien mensen had u plaats kunnen bieden. Zij kwamen niet. Kind noch kraai had u. Wel katten. Ik tel 26 schilderijen en foto’s van poezen. Twee bakjes met brokjes en water wachten vergeefs. In het Bossche dierenasiel vraagt uw kat zich af of ook u negen levens hebt.

Bij uw computer ligt een handgeschreven briefje. Met een krabbelige potloodtekst. Het zegt: “Er popt telkens een vraag op. Van cmoqua.exe. Je moet telkens op stop drukken. Dan verdwijnt hij. Dan kun je weer verder waar je mee bezig bent.”

Afke van Dam, u hebt op stop gedrukt. Er poppen geen hinderlijke vragen meer op. Ze zijn verdwenen. Eindelijk kunt u verder waar u 73 jaar mee bezig was: hopen dat het goed komt.

____________

Publicatiedatum Brabants Dagblad: 21 december 2013. De naam Afke van Dam is op grond van de Wet op de Privacy gefingeerd. 

Afke van Dam was de eerste kind-noch-kraai-dode sinds ik de gemeente Den Bosch in maart 2013 voorstelde om als stadsschrijver een tekst bij eenzame uitvaarten uit te spreken. Op 7 december, de dag na de vondst van Afkes lichaam, overleed nog een kind-noch-kraai-dode in Den Bosch: Yeva Tumasyan [Armeense vrouw van 81, gefingeerde naam]. Met een ambtenaar van Burgerzaken bezocht ik de plek waar de vrouwen overleden: het huisje van Afke van Dam en kamer 148 van verpleeghuis Nieuwenhagen. Ook sprak ik de buurvrouw van Afke en de verpleegkundigen die Yeva het laatst verzorgden. De afscheidstekst voor Yeva zal tussen Kerstmis en Oudjaar op deze site gepubliceerd worden.